Nieuws

De status van het damspel

Geplaatst op 16-11-2009

Geschreven door Peter Swelsen
dinsdag, 01 mei 1984 02:00
Bron: Eureka Magazine uit 1984

De status van Het Damspel

Laten we maar meteen met de deur in huis vallen: het is uiterst beroerd gesteld met het aanzien van de damsport. Wanneer je in een zwak ogenblik iemand vertelt dat je het damspel serieus beoefent, is een meewarige blik je deel. In het meest positieve geval zeggen ze ongeveer het volgende: "Daarvoor hoef je je echt niet te schamen, het is best een moeilijk spelletje." Dit soort als vriendelijk bedoelde uitspraken wordt dan ook nog meestal gedaan door mensen die als ziekelijk beleefd te boek staan of die tengevolge van overmatig alcoholgebruik tijdelijk mild gestemd zijn.

Wanneer een middelbare scholier in zijn puberale onschuld vol enthousiasme aan zijn medescholieren vertelt dat hij lid geworden is van een damvereniging, zijn er twee reacties mogelijk. Wanneer men altijd al geweten had dat er iets mis was met de betreffende jongeman (meisjes zijn veel te slim om te gaan dammen), zal men hem medelijdend toelachen en vertroetelen als een teddybeer. Men zal voorzichtig met hem omgaan want nu is het helemaal duidelijk: dit is "a suitable case for treatment".

Wanneer de bedoelde persoon tot dan toe nog geen verdachte indruk had gemaakt, is een agressieve reactie het meest waarschijnlijk. Men zal hem verrot schelden en wanneer dat nodig mocht blijken op hardhandige manier in mekaar rammen. Dat zal hem leren! Als je niet de fysiek hebt om een reguliere sport als hockey, tennis of golf (het moge duidelijk zijn dat dit zich op een zeer bekakte school afspeelt) te beoefenen, dan kun je altijd nog gaan bridgen of schaken.

Deze inleiding lijkt ons ruim voldoende om aan te tonen dat het met de status van de damsport miserabel gesteld is. Laten we nu eens analyseren hoe het ooit zover heeft kunnen komen. Waarom mag bijvoorbeeld schaken wel en dammen niet? Om te beginnen heeft het natuurlijk iets te maken met het materiaal waarmee men de respectievelijke sporten beoefent. Dammers hebben alleen de beschikking over een bord en een aantal duffe schijven. Af en toe, in bepaalde spelsituaties, komen we een vreemde eend in de bijt tegen: de dubbeldekker. Dit is een constructie van twee gelijksoortige schijven die op elkaar geplaatst zijn. In vakjargon wordt dit ook wel ‘dam’ genoemd. De aanwezigheid van zo’n ding blijkt vele dammers in hogere sferen te brengen. Het genot dat men eraan ontleent kan alleen maar met ejaculeren vergeleken worden. Eigenlijk erg vreemd dat men zo blij is met twee op elkaar gestapelde schijven, maar dit terzijde.

Daarmee moeten dammers zich dus behelpen: een bord, duffe schijven en incidenteel een dubbeldekker. Het is voorwaar geen vetpot. De schakers zijn wat dat betreft heel wat beter af. Ze hebben de beschikking over een hele hoop grappige poppetjes. Ze hebben torens, paarden, lopers, een koning met echtgenote en wat al niet meer. Al die verschillende figuurtjes zien er natuurlijk heel wat interessanter uit dan een stelletje schijven. Als dan ook nog blijkt dat bijvoorbeeld die paarden de meest ongelooflijke bokkensprongen kunnen maken, neemt de fascinatie van de modale burger zienderogen toe.

Het stomme feit dus dat bij dammen het materiaal eenvoudiger is in vergelijking met schaken, is één belangrijke verklaring voor de slechte(re) status van ons damspel. Het is echter geen afdoende verklaring, er zijn nog veel meer factoren in het geding. Daarover meer in deel twee. Tenminste als de strenge, puriteinse redactie zich kan verenigen met het licht erotische karakter van dit deel (op welk deel ik doel moet u zelf maar proberen uit te maken).